Daltononderwijs

Dalton op De Starter

 

“ Op De Starter streven wij naar leerlingen met lef; leerlingen die hun eigen talenten en mogelijkheden kennen en zich verder willen en kunnen ontwikkelen.”

 

Dit houdt in dat leerlingen…

  • Zichzelf zijn
  • Weten wat ze willen
  • Zich vrij en verantwoordelijk voelen
  • Rekening houden met anderen
  • Doel- en taakgericht werken
  • Nieuwsgierig en onderzoekend zijn
  • Eigen talenten ontwikkelen

 

Leerlingen op ODS De Starter ontplooien zich tot zelfverzekerde mensen die respect hebben voor hun medemens en zich redden in een snel-veranderende maatschappij. Hierbij staat een brede vorming centraal, waarbij intellectuele en creatieve groei in evenwicht is met sociale en persoonlijke groei.

De kernwaarden uit het daltononderwijs zijn daarbij leidend voor het onderwijsaanbod en de manier waarop we met elkaar omgaan. Hieronder vindt u de 5 kernwaarden van daltononderwijs:

  • Zelfstandigheid
  • Verantwoordelijkheid
  • Reflectie
  • Samenwerken
  • Doelgerichtheid/effectiviteit

 

Hoe ziet u Dalton terug op ODS de Starter?

 

Groepsdoorbrekend werken – samenwerken binnen de hele school

De Starter bestaat uit 8 leerjaren, die binnen hun eigen groep les krijgen. Daarnaast wordt regelmatig groepsdoorbrekend gewerkt. Elke klas is gekoppeld aan een andere klas. Gedurende het schooljaar doen deze klassen regelmatig activiteiten samen, zoals kijken bij elkaars voorstelling, knutselen en voorlezen. Ook tijdens de feestdagen zoeken de integratiegroepen elkaar vaak op voor een gezamenlijke activiteit.

Daarnaast kunnen de leerlingen een aantal keer per jaar kiezen uit de aangeboden ateliers. Binnen deze ateliers werken de kinderen vakoverstijgend en groepsdoorbrekend.

Vanaf groep 5 zijn één of twee leerlingen per klas lid van de leerlingenraad (LINK). Zij vertegenwoordigen de leerlingen van de hele school en beslissen mee over zaken die de leerlingen aangaan.

 

Medeverantwoordelijkheid – Veiligheid en vertrouwen door structuur en middelen

De leerlingen op De Starter beslissen mee over hun eigen leerproces. In groep 1 en 2 leren de leerlingen taken zelf in te plannen, doormiddel van het planbord. Ze kunnen daarbij kiezen wanneer ze welke taak gaan doen. Vanaf groep 3 werken de leerlingen met een weektaak, waarbij eerst per dag gepland wordt en vanaf groep 5 per week.

De weektaak wordt per leerling op maat gemaakt. Dit houdt in dat ieder kind op zijn eigen niveau kan werken. Daarbij staan we open voor initiatieven van de leerlingen. In overleg met de leerkracht hebben de leerlingen inspraak in datgene wat ze moeten of willen leren.

Tijdens het werken aan de weektaak krijgen de leerlingen de verantwoordelijkheid om zelf keuzes te maken. Zo kunnen ze kiezen om op de gang te werken, samen of alleen te werken, wanneer ze welke opdracht doen, etc.

De leerlingen krijgen het vertrouwen om zelf verantwoording te kunnen nemen voor hun eigen leerproces en anders leren we ze omgaan met deze verantwoordelijkheid.

 

Samenwerken binnen de groep

In de onderbouw hebben de leerlingen een maatje, die ze om hulp kunnen vragen. Vaak is een jongere leerling gekoppeld aan een oudere leerling. Ook in de middenbouw en bovenbouw helpen de leerlingen elkaar als ze vragen hebben.

Tijdens het werken kunnen kinderen op aangegeven tijden er zelf voor kiezen of ze willen samenwerken of liever zelfstandig werken aan hun taak. Heeft een leerling hulp nodig, dan mag hij/zij een andere leerling om hulp vragen.

Tijdens de gezamenlijke lessen werken de leerlingen veel samen om nieuwe leerstof tot zich te nemen. Hiervoor gebruiken de leerkrachten diverse werkvormen om dit te stimuleren.

Talenten: Ieder kind wordt gezien en mag er zijn

Op de Starter vinden we het belangrijk dat de leerlingen naast de basisstof ook de ruimte krijgen om te werken vanuit hun eigen krachten en talenten. Dit is terug te zien in het keuzewerk en de ateliers.

 

 Omgaan met verschillen start met vertrouwen. Respect is de basis voor vertrouwen.

 

Tijdens keuzewerk kiezen de leerlingen zelf wat ze willen leren en hoe ze dat gaan leren. Dit kan heel uiteenlopend zijn, op zoek naar insecten in de natuur, een liedje maken met instrumenten of leren programmeren. Elke leerling krijgt hier op en vast tijdstip in de week tijd voor om aan te werken.

Daarnaast worden een aantal keer per jaar ateliers verzorgd, waarbij vakgebieden filosofie, bewegen, wereldoriëntatie en kunst en cultuur centraal staan. Elk atelier bestaat uit een thema en drie momenten met lessen binnen dat thema. De nadruk ligt op vakoverstijgend werken, waarbij leerlingen hun talent binnen dat thema kunnen ontwikkelen.

 

Reflectie

“Dalton is echt luisteren naar kinderen.” (Helen Parkhurst)

In de klas wordt regelmatig gereflecteerd. De leerlingen reflecteren op werkhouding, persoonsvorming en op de lesstof. Daarvoor is het belangrijk dat ze weten wat hun leerdoelen zijn. Ook kiezen ze vaak zelf een doel. In de klas worden diverse werkvormen ingezet om op een betekenisvolle manier de reflecteren.

Reflectie komt ook terug in het rapportfolio. Elke leerling heeft een digitaal rapportfolio waarin hun groei zichtbaar is. De leerlingen zijn mede-eigenaar en houden zelf ook (deels) hun ontwikkeling bij. Daarnaast kunnen ze dingen laten zien waar ze trots op zijn.

Aansluitend hierbij hebben leerkrachten en leerling regelmatig gesprekken. We vinden het belangrijk om goed naar kinderen te luisteren en ze te begeleiden bij hun ontwikkeling. Daarom houden we ook 3 keer per jaar ouder-kind gesprekken, waarbij ook de leerling een stem heeft.

 

Voor meer informatie over Daltononderwijs kijk op:

Nederlandse Dalton Vereniging http://www.dalton.nl/